Het reisgezelschap verzamelt deze zondag in vertrekhal 2 van Schiphol om 11.30 uur. We zijn tegelijkertijd aanwezig. Uiteraard veel te vroeg, de vlucht naar Tokyo vertrekt pas om 15.00 uur, maar we zijn allemaal van “liever te vroeg dan” en “we hebben tijd zat want het is vakantie”.
In het bezit van Premium Comfort tickets mag je lekker voordringen bij het inchecken en we kunnen direct terecht bij de priority lane… Koffers inleveren gaat zeer vlot, de controle van de handbagage, ook al via prioriteit is ook snel.
De automatische paspoortcontrole lijkt wat langer te duren, maar ik praat hier over 10 minuten. We zijn op weg!
Even rondlopen op het drukke Schiphol: Japans geld opnemen bij de F-pier, want we hebben begrepen dat er nog veel cash wordt afgehandeld in Japan. De basis. K. en ik nemen allebei een pakket van 673,35 € dat is veel yennen, aan dat omrekenen moeten we nog even wennen.
Koffie en saucijzenbroodjes. De tijd doden met rondkijken naar alle andere luchthavenbewoners, dat zijn er veel en er is zat te zien. In de boekwinkel een Sudoku boekje gekocht.
Sloom en luchtig naar de E-pier (E8), effe zitten en de laatste toiletgang: we hebben een zone 2 ticket en mogen boarden na de business. Luxe.
De stoelen zijn ruim en breed en kunnen ver achterover: dat mag ook wel de vlucht duurt 13,5 uur… We vertrekken keurig op tijd en geven ons over aan het vlieggebeuren. Drinken en vieze snack (en veel te zoute nootjes), vrij snel gevolgd door een maaltijd met veel plastic en plastic smaak. P. en ik iets-Japans, maar daarna is dat op en K. en T. hebben een soort kip-iets. Vrij snel daarna wordt de cabine verlichting gedimd en gaat het film kijken, zitten en duf worden proces van start.
Niet veel leuke films, ik kijk er twee: Clint Eastwood (slecht) en Japans Taiwanees liefdesverhaal (leuk).
Side step: De Clint film heet Cry Macho en is uit 2021. IMDB noemt: A one-time rodeo star and washed-up horse breeder takes a job to bring a man's young son home and away from his alcoholic mom. On their journey, the horseman finds redemption through teaching the boy what it means to be a good man.
Het is een dun verhaal met een slecht uitgewerkt of beter, amper bestaand scenario. De natuuropnamen zijn fraai, de prachtige bergen en landschappen mooi, maar de karakters in de film zijn niet geloofwaardig, Clint is oud en gaat voor een louche vriend (min of meer gedwongen, want hij heeft ooit zijn schuld betaald) diens 13 jarige zoon uit de handen van zijn vriends voormalige vrouw (die nu ontaard is en hoereert en slecht is), uit Mexico redden. Die vriend zien we 2 minuten in het begin van de film en aan het einde (zonder tekst) 30 seconden. Weinig diepgang. De jongen is irritant, maar dat hoort bij 13 jaar en de moeder is wel het slechts uitgewerkte filmkarakter. Drank met meerdere bedienden, beschermers die, zoals dat hoort in het zwart gekleed en ongeschoren en macho door het filmleven gaan. Te weinig kleren aan en dat is het wel. Ik heb medelijden met de actrice die deze slappe hap moest spelen. Het verhaal is dan dat Clnt de jongen de waarden van goed en eerlijk en rechtvaardig bijbrengt (gebeurt in veel Eastwood films), maar het gaat hier wel zo knullig dat na balsturig gedrag van de knaap bij een hanengevecht (zijn moeder, het loeder, heeft hem aan zijn lot overgelaten) er slechts enkele scenes en trage zinnen van Clint nodig zijn om de knaap te reformeren. Voeg daar als afleiding nog het bezoek aan een Mexicaans restaurant aan toe waar de 40 jarige Maria (schoonheid, puur, weduwe, zorg dragend voor 3 (niet haar eigen) kinderen op een zeer liefdevolle en pure manier, gecharmeerd raakt van de stille, oude Clint die de jongen met oneliners bescheidenheid en deugdelijkheid bijbrengt. Na wat slap gedoe met politie en de lelijke handlangers van de stoephoer van die vage vriend van Clint (nergens geweld, beetje duwen en stoere praat) en wat gerace en gebots met auto’s (waarom is dat element toch in elke Amerikaanse film aanwezig met die stoer aan het stuur draaiende kerels die elkaar van de weg afdrukken (en in dit geval ook nog met verschrikkelijk piepende banden op, nota bene, een zandweg) en dat dan altijd de schurk van de weg af wordt gedrukt?) Het einde van de film is ook bijzonder: de zijn leven verbeterd hebbende knaap omarmt zijn vader direct na de grensovergang (hier op een klein zandweggetje zonder douane: bestaat dat bij de grens Mexico – USA, weet Trump daarvan?) en de 91 jarige Clint teruggaat naar Maria. Dat men hier verwacht dat de held daar een lang en gelukkig leven gaat leiden met zijn 50 jaar jongere tegenspeelster (de prille liefde is nieuw: in de film heeft hij max. 20 woorden tegen haar gesproken, geen spoor van opborrelende aantrekkingskrachten. Afijn, je kunt natuurlijk niet alles uitgebreid filmen). Aparte film. De 5,7 beoordeling door IMDb is veel te hoog, het Clint gehalte zal zeker al voor 4 punten hebben bijgedragen.
Zag wel dat er, naast de mijne, nog slechtere recensies zijn https://www.theguardian.com/film/2021/nov/10/cry-macho-review-even-clint-eastwood-cant-rescue-ropey-western
Ik kan niet echt slapen ondanks dappere pogingen. Een stoel verderop een dirigent die mee zwaait met de op zijn uitklaptafeltje geplaatste bladmuziek. Mooi. Muziek luisteren bij ochtendgloren. Na 12,5 uur vliegen een slecht ontbijt met niet passende, maar wel lekkere jus. We vullen kaarten voor paspoort en douane controle in.
Geen applaus bij de landing (dat heeft geloof ik wel zijn langste tijd gehad), vlot het toestel uit en een fikse rij bij paspoort controle. Na het oppikken van de koffers worden we in de aankomsthal opgewacht door Moeri van het reisbureau. Een warm welkom. Moeri spreekt goed Engels en kent daarnaast ook het Nederlandse “Auf wiedersehn”. Geen correcties van onze kant. Alle papieren en vouchers en tickets en vervoerspassen worden keurig besproken en aan ons overgedragen. P. heeft hier de leiding, die heeft het leeuwendeel van de reisvoorbereiding voor haar rekening genomen en weet precies van hoed en rand.
Moeri gaat samen met P. en K op pad naar het JR station/kantoor op de luchthaven om passen te halen en reizen te reserveren. Dat duurt een uurtje, T. en ik zitten gewoon in de Airport lounge naast een cricketteam uit India en wat slapende Japanners op de bank.
Als alle administratieve handelingen met succes zijn afgerond brengt Moeri ons naar een klaarstaand busje met chauffeur voor vervoer naar ons eerste hotel. Vriendelijk afscheid en we zien iets nieuws: als we wegrijden staat Moeri nog steeds op de plek van het busje en ze maakt een buiging. We zullen nog moeten wennen aan de diverse Japanse gebruiken en rituelen
Busje is groot zat, het is warm en de geen woord Engels sprekende chauffeur doet niet aan minder dan 120 km per uur en zet ons, nadat hij de juiste ingang heeft gevonden, keurig af bij het Park Hotel in de wijk Shinbashi (新橋).
Kamers op de 25e etage, T. heeft flitsen en migraine, waarschijnlijk door de warmte en het lange vliegen, maar de hoofdpijn verdwijnt gelukkig snel. We gaan even settelen en de eerste indrukken verwerken.
We verzamelen om 15.00 uur, P. heeft een 7 min route opgesteld op Google Maps die allerlei eettentjes vlakbij herbergt: wandelen en de buurt verkennen. Het is vochtig en warm, alle Japanners in zwarte broek en wit overhemd (Shinbashi is een zakendistrict), maar ook toeristen, zelfs korte broeken.
Veel zaakjes zijn nog niet open, maar treffen wel een “lopende band sushi winkel”, meteen proberen. Rugzakken aan de kant zitten op krukjes. Thee kan je zo pakken en heet water komt uit een kraantje voor mijn neus, nee het is geen flessenopener of koudwaterkraan…
Thee, spa en een heerlijk koud Sapporo biertje, gecombineerd met verse sushi (de tonijn is top, maar ook de voor ons onbekende vis, tofu, en krab en ei-varianten smaken heerlijk. Goede start.
Als je klaar bent loop je naar de kassa. Het meisje dat ons zo warm welkom heette telt de bordjes (23), twee bier en 1 spa, dat kost samen 5100 yen, dat is 31,34 euro. Goed te doen!. We lopen nog een rondje en zien veel, heel veel eettentjes waarvan ¾ nog gesloten is. Dat moet s ’avonds een feest zijn!
Om 16.30 uur terug in het hotel en koffie. We spreken af dat ik ga slapen (de minst goede jetlag verwerker van dit team) en K. en T. en P. gaan om 18.30 nog een keer de buurt verkennen en misschien ook nog wat eten.
Ik typ op de hotelkamer (klein) dit verslag en rond 18.00 uur graat bij mij licht uit en stort ik in slaap.
Half slapend hoor ik van P, bij terugkomst, dat ze nog soep en/of vlees hebben gegeten, ik weet het niet precies meer.
Nu al midden in het Japan avontuur vallende Dirk