Na de wat verregende Inside Passage reis konden we vlot inchecken in ons hotel. The Inn On The Harbour. Goed en lang geslapen en vanwege de late aankomst iets later ontbijten. Om 09.00 uur hebben we de beschikking over een vrijwel lege ontbijtzaal met weliswaar slappe koffie (NvB heeft het als espresso adept toch nog een keer geprobeerd, maar dat werkt niet), maar ook met kaas en echt bestek. Een verbetering.
Na het ontbijt gaan we even wandelen door het centrum van Prince Rupert. Van mijn goede vriend en zeevaartschoolgenoot PS (momenteel druk bezig met huis schilderen) kreeg ik bericht dat hij in zijn vaartijd (70-er 80-er jaren) ook Prince Rupert had aangedaan: “was ik ooit met de Stella II van Kahn. Geweldige houthakkersbar daar met de beste stripper ooit” (nogmaals 70-er 80-er jaren..).
Dus tijdens het wandelen hebben we behalve het genieten van de omgeving, winkels, koffie enz., ook uitgekeken naar een Houthakkersbar en een mogelijke, nu ongeveer 60 jarige, stripper.
We wandelen richting haven en doen eerste een kleine shopping mall aan met daarin gevestigd de Walmart. Even rondkijken naar het uitgebreide assortiment en uiteraard ook gekeken naar opvallend winkelend publiek (peopleofwalmart.com). Niets bijzonders gezien.
In de haven zien we dat er een flink Cruise schip voor anker ligt dat met kleine bootjes passagiers aan- en afvoert naar de Cruise terminal. Het ms Island Princess.
We gaan op zoek naar koffie (espresso voor NvB) en vinden een tentje. LvB en P. staan in de rij, NvB en ik kunnen buiten plaatsnemen aan een bank/tafel en wat direct opvalt is het voorbij trekkende publiek. Cruise Schip Passagiers. Wat een ellende. Wat een kwelling voor de lokale bevolking. Brengt uiteraard geld in het laatje, maar NvB en ik herkennen al snel wie wel en wie niet. Veel wel. Schreeuwende kleding, te hard praten, foto’s maken van niks, knetter witte gymschoenen, bejaarde paren, en allemaal met een kaartje om de nek.
We genieten van de koffie en hopen maar dat een willekeurige buitenstaander ons niet in de categorie Cruis Schip adepten schaart en ons gewoon ziet als dynamische Canada bezoekers.
Met een klein omweggetje via het Rotary Waterfront Park lopen we terug naar het hotel. De stappenteller geeft 8000 stappen aan, alleen al deze ochtend en zo voelt het ook. Althans zo voel ik het. De 3 wandelaars in het gezelschap zijn net warm gedraaid..
We gaan op weg naar de North Pacific Cannery National
Historic Site, een klein openlucht museum van een fabriek/vestiging die van 1896
tot 1970 zalm inblikte voor de verkoop naar voornamelijk England en Europa
(deze scheiding komt van de later te noemen gids die de guided tour verzorgt in
het museum). Op weg naar het museum zien we de fraaie natuur in de omgeving van
Prince Rupert: complete Bob Ross taferelen.
De tour over het terrein en langs de vele gebouwen en hallen wordt verzorgd door een met Canadees accent knauwende gids die gelukkig geanimeerd kan vertellen, veel weet, zeer stellig is en bij twijfel aan zijn uitleg zijn al luide stem nog verder verheft. In zo’n anderhalf uur leren we over het harde leven, de Chinezen, Japanners en First Nations werkers en de gemene Europese managers en uitbaters. Hoe de vis werd gevangen, hoe deze werd verwerkt en hoe ingeblikt. Hoe de mensen werkten en werden uitgebuit in en op de fabriek en het terrein. Met kinderarbeid. Pas na de oorlog meer mechanisatie, in bedrijf tot de 70-er jaren van de vorige eeuw.
Een leuke en informatieve middag.
Terug naar de auto moeten we even wachten op een passerende goederentrein. Ik heb niet geteld hoeveel wagons er achter de machtige loc waren gekoppeld, maar een voorzichtige schatting is dat wanneer de locomotief in Den Haag Hollands Spoor staat opgesteld, de laatste wagon in Rotterdam staat. Wat een geweld, fraai!
Omdat we de lunch met het museum bezoek hebben overgeslagen (er is wel een soort café op het terrein, maar dat is na de sluiting van 1970 niet verbeterd) is het plan om terug in Prince Rupert even wat te drinken en te snacken. Op een of andere manier wijzigt dit plan, door gemanipuleer van de achterbank (NvB en P.), in dat we naar het Museum of Northern British Columbia gaan om daar nog even wat te leren van de First Nations Canadezen en dat samen met een kopje koffie, als vervanging van snack en biertje. We parkeren bij het Museum, maar navraag bij de balie of we kunnen beginnen met koffie leert dat dat hier niet werkt. Hier geen kantine, snack of koffie, alleen museum. We besluiten het Museum te laten voor wat het is (gaan we morgenochtend nog wel even naar toe).
Als een duveltje uit een doosje weet LvB nu ineens een brouwerij hier in de buurt waar we ook wel even kunnen kijken en misschien wat eten… Het is de Wheelhouse Brewery en de ingang lijkt op een Houthakkerskroeg, dus misschien kunnen we een dubbele slag slaan! Het bier smaakt, LvB geniet van het meest bittere IPA brouwsel ooit. De sfeer is goed, de kroeg is leuk en het bier smaakt goed. Ik twijfel nog even of ik bij de barjuffrouw zal navragen of zijn (of haar moeder) van mijn vriend PS heeft gehoord, als dit ooit een houthakkerkroeg was, maar de lef ontbreekt.
Verder valt mijn oog op een soort poster aan de muur die rept over Atomic Attack Instructions for Merchant Vessels in Port (je bent uiteraard met allerlei zaken bezig in zo’n kroeg). De poster geeft puntsgewijs de lesstof weer die ik (en PS) aan het einde van ons Zeevaartschool verblijf (1977) kregen voorgeschoteld in de cursus Handelsbescherming. Konvooivaart en Atoomaanvallen, ook in 1977 al gezien als een nawee van de koude oorlog. Afijn..
Na de namiddag siësta eten we vlak bij het hotel in het Italiaanse restaurant La Gondola. Geen sterrenrestaurant, het is er erg rustig. Wel een voor- en hoofdgerecht, we hebben immers de lunch overgeslagen…
Morgen een reisdag op weg naar Smithers, eerst nog een naar het museum..
Ingeblikte zalm kenner Dirk